![]() |
![]() |
To the homepage of Moto Morini Club Nederland
|
Deelname aan de Moto Morini Trackday van de Britse "Morini Riders Club", zomer 2002, op het circuit Cadwell Park in Engeland door: Klaas Vink, Karst Vink (=neef) en Marlies (=nicht) en last-but-not-least Hans de Leeuw. De enige Nederlandse toeschouwer/supporter was John Beumer.. De motorfietsen van de Nederlandse deelnemers
Helaas kwamen enkelen ten val, maar de Hollandse delegatie hield het rubber aan de juiste kant. Ook Marlies voelde zich steeds beter thuis en werd na afloop van een sessie vriendelijk door een mederijder toegesproken of het goed was verlopen. Allemaal "very kind". Onze machines, een viertal fietsen, waren in een busje gestopt van maximaal 6,1m lang en 2,4m hoog, allemaal met het oog op kostenbesparing. Dat heeft me nog wel wat hoofdbrekens gekost, maar het ging! Hans had zijn zeer handelbare en snelle 400 cc (V 350) bij zich, waarmee hij al jaren heer en meester op Cadwell binnen de Morini scene is. Uitdagend waren dan ook vooraf zijn bewoordingen. Karst zijn V500 met origineel New York 501 blok, 39 PK aan het achterwiel, had volgens John Beumer de mooiste sound en was ook een van de snellere fietsen, want ook in Engeland is het voornamelijk V 350. En dan ikzelf: de krachtige V550 cc, 47 PK tellende Finch Morini. Nogmaals aan die Engelsen uitgelegd, dat dit de vertaling is van het vogeltje! Daarnaast als 2-de motor, het showmodel: de 245 cc Supermono, waarbij de kleurstelling ten opzichte van Assen dit jaar was gewijzigd. De kuip en de zijschilden en ook de onderliggende tank/spoiler. Ook de gebroken motorblokophanging was verstevigd. Het blok was gerepareerd: de losgelopen gewichtsbout op de balansgaffel was verwijderd als ook het tweede exemplaar (M8x30). Vlak voor ons vertrek is de machine nog op de testbank bij Ruud Frederiks geweest. De trillingen waren door de aanpassing afgenomen, een schamele 14,7 PK werd bereikt (topsnelheid zo'n 130 km/u - red.), iets wat mij tot nog toe niet aanstaat, maar na Assen te hebben gereden, was dit mij al bekend.
Op Cadwell, alwaar ik 4 sessies met deze motor heb gereden hebben zich geen problemen voorgedaan. De Engelsen vonden het prachtig en ik heb weer wat meer vertrouwen in dit project gekregen en heb mijn toekomstplannen ook met John Beumer besproken: Ik zal proberen om deze Morini op het podium in Assen te sturen in de kleine (<250 cc) klasse. Dan had ik via het Internet al gelezen dat de Engelsen via NLM een zeer krachtige 501 aan de start hadden gebracht (vorig jaar). Volgens Hans was deze motor misschien wel snel, maar zijn berijder niet. Nou dat was dit jaar wel anders want Hans had de grootste moeite met deze fiets. Het was mij dan ook een groot genoegen om deze zgn. 50 pk machine voorbij te rijden en te laten zien dat mijn 550 cc metende fiets erg krachtig is. Dit bleek ook op de "bult"of te wel een steil gedeelte, gevolgd door een vlak gedeelte, welke gelijk na een chicane is gelegen. Op deze bult kroop de motor telkenmale in de ketting om zodoende een wheelie te produceren. Dit is een bijzondere ervaring en het is van belang dat je de fiets recht voor de helling plaatst. Waarom ik dit weet: anders land je naast de baan want sturen in de lucht heeft geen effect (1x is genoeg). Omdat Hans met name het korte circuit goed kent, was mij al gauw duidelijk dat ik hem op dat gedeelte niet bij kon houden. Een flitsend rijgedrag in combinatie met een snel schakelende 6-bak en een goed sturende Hans de Leeuw maakten hem op dat deel moeilijk te kloppen. Maar op het ook voor hem onbekendere gedeelte, met een lang recht eind was ik in het voordeel. Aan het einde van het rechte eind zit een linkse opgaande volgas bocht en hier genoot ik enorm van. Als Hans het gas even afsloot vloog ik hem buitenom voorbij, trouwens ook onze NLM piloot)1, en dit gaf een machtig gevoel. Reken maar dat hier een snelheid van ca. 175 km/u gehaald wordt en dan voel je wat op zo'n fiets. Toch vind ik de grip op de baan tegenvallend, waarschijnlijk veroorzaakt door het gladde oppervlak. Klinkt allemaal een beetje vreemd als je met de medereizigers spreekt, waarbij niemand last gehad heeft van wegglijders. Of te wel: we zijn ver van de grens gebleven, maar ik zie liever enige tekening op het rubber. Zelfs de achterband van Karst, een Heidenau exemplaar, een zelfde waar Harry Trip op Assen zoveel problemen mee had, hield het fantastisch en gezien onze ervaringen moet er misschien geconstateerd worden, dat Harry met te weinig bandenspanning en of een foutieve vering/demping op Assen heeft gereden. Jammer was het dat we na afloop van deze dag direct weer moesten afreizen naar Hull (1 uur rijden) om de boot te halen. Alvorens dit te doen hebben we de professionele fotograaf ontdaan van een 30-tal ingelijste foto's voor een "special price". Dus was deze dag ook voor hem goed! Bezoek de site van ons aller Tony Kersbergen voor deze prachtige foto's.
Ik heb met Kees Smallenburg, die genoodzaakt door zijn eigen woning(ver)bouw helaas verhinderd was, deze happening geëvalueerd en hem gewezen op het feit dat onze kleine Morini's op dit baantje wel heel veel plezier voor motor en berijder kunnen betekenen en dat de Engelsen zeer zeker enthousiast zouden zijn bij de aanwezigheid van nimmer geïmporteerde machines als Corsarino's en Settebello's. Mogelijk kunnen wij als club een arrangement organiseren en onze leden kennis laten maken met een park als in Cadwell, met heel aardige als enthousiaste Engelse Morini freaks. Met sportieve groet, Klaas Vink. )1 De "NLM piloot" is waarschijnlijk Alex Mayhew (op zijn Valentini 400?), zoon van NLM-eigenaar Stuart Mayhew. Terug naar de indexpagina. |